![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/hrh9ui/10937615-Darts-Board-Stock-Photo-3.jpg?enable-io=true&enable=upscale&crop=1299%2C974%2Cx1%2Cy0%2Csafe&width=980&height=735)
HIER ZIE HANDIGSTE TIPS OVER DE DARTS
Hoe en wat
Dartpijlen
Dartpijlen zijn in allerlei soorten en maten te verkrijgen.
Ze zijn opgebouwd uit 3 stukken:
![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/dart-components-300x85-1.jpg)
![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/2jqlam/goedkope-dartpijlen-kopen-o.png?enable-io=true&enable=upscale&crop=483%2C138%2Cx0%2Cy12%2Csafe&width=310&height=88)
![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/dart-components-300x85.jpg)
Barrel
Het belangrijkste is de barrel. De barrel is bepalend voor het gewicht waarmee we gooien. Er zal een tijdje geëxperimenteerd worden voor we voor onszelf het juiste gewicht gevonden hebben. Ook de vorm van de barrel is van zeer groot belang. De dart moet prettig in de hand (tussen de vingers) liggen. Let bij het kopen van een set darts ook goed op de grip van de barrel. Weetje van jezelf dat je handen vlug vochtig worden, kies dan een set met een zogenaamde volgrip barrel, waar je goed houvast aan hebt. Een speler met droge handen raden we aan een set met gladde barrels te nemen.
Het dartbord
1. Het dartbord moet zodanig tegen een muur worden bevestigd, dat het middelpunt van het dartbord, de bull, zich op 173 centimeter hoogte van de vloer bevindt.
2. De gooiafstand moet, horizontaal vanaf de voorkant van het dartbord gemeten, 237 centimeter bedragen. Bij vroegtijdig naar voren lopen in een worp, telt deze score niet omdat je een ‘voetfout’ maakt.
3. De gooilijn, of wel de ‘ochi,’ (uitgesproken: ‘okki’) moet duidelijk worden gemarkeerd en moet minstens 45 centimeter lang zijn. Een balk waar je je voet tegen aan kan zetten is handig, omdat je dan minder snel de gooiafstand verkleint, door naar voren te schuiven met je voet.
4. Zorg voor voldoende en goed licht. Aangeraden wordt om twee spots aan weerszijde van de baan boven het bord te hangen. Dit voorkomt schaduw op het bord!
![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/Dartmaten2-300x298-1.jpg)
![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/Dartmaten2-300x298.jpg)
Werp Techniek
Een pijl vliegt in een parabolische lijn naar zijn doel (als het goed is). Voor een goede worp is het belangrijk dat de pijl deze lijn volgt. Deze lijn kan hoger of lager zijn, afhankelijk van de kracht waarmee de pijl wordt gegooid.
![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/techniek1-300x150-1.gif)
![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/techniek1-300x150.gif)
Hoe moet je een pijl nu gooien om de pijl op deze manier te werpen…
Dat wordt duidelijk als we naar de ‘ mechaniek’ van de arm kijken…`
![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/techniek2-300x157-1.gif)
![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/techniek2-300x157.gif)
De uiteindelijke worp, de beweging van de arm
Bovenstaand plaatje is heel belangrijk en vormt de basis van je darttechniek. Wanneer iemand begint met darten zou hij/zij allereerst zich de juiste techniek moeten aanleren, alvorens te concentreren op hoge scores.
Hoewel iedereen anders gooit, zijn er een aantal die dingen die in ieder geval gedaan moeten worden:
- Het hele lichaam moet zo onbeweeglijk mogelijk zijn
- Het gooien van de pijl moet gebeuren door actie van de onderarm, NIET de hele arm
- De bovenarm hoeft niet perse zo horizontaal te staan als op het eerste plaatje, maar zeker niet te gebogen.
- Bij het naar achter bewegen van de pijl (voor de acceleratie) blijft de bovenarm op zijn plaats!
- Hoever je de pijl naar achter beweegt, is persoonlijk en afhankelijk van de kracht waarmee je gooit.. Oefen om de juiste afstand te vinden.
- Als je de onderarm naar voren beweegt om te gooien, beweegt de bovenarm van nature wat omhoog. Dit is zeker niet erg!
- Wijs de pijl na en beweeg je arm niet meteen naar beneden.
- Sommige spelers ‘knappen’ ook met hun pols op het moment dat ze gooien voor meer acceleratie. Dit is ook persoonlijk en het ligt aan jezef of je dit ook doet.
- Spinnen: Hoewel spinnen een extra actie is en daardoor de kans op onnauwkeurigheden vergroot, zorgt de spin zelf juist weer voor meer stabiliteit.. Deze twee dingen heffen elkaar als het ware op, dus wederom moet je zelf weten of je dit gebruikt.
- Het loslaten: Dit moet zich gewoon natuurlijk ontwikkelen. Zorg dat het goed aanvoelt. Veel oefenen dus!
Indien je eenmaal een eigen stijl hebt, probeer deze niet plotseling te veranderen in een zogenaamde betere stijl. Het is nog niet bewezen, maar de kans dat je hiermee darteritus oploopt is aanwezig.
Nog een goed verhaal over het gooien van de darts:
De techniek
Op de dartbase is een zeer uitgebreide (Engelse) en zeer informatieve tekst beschikbaar over de fysische achtergrond van het darten. Zeker een aanrader voor als je een diepgaander onderzoek in je werpstijl wil gaan uitvoeren.
In de tussentijd kan je hier enkele tips lezen voor het ontwikkelen van een aerodynamsiche worp.
Staan
Eigenlijk is er maar één regel over het goed staan bij het darten: zorg dat je stabiel staat. De rest zijn niets anders dan hulpmiddelen om dat te bereiken.
Zorg ervoor dat beide voeten ten aller tijden de grond raken en zorg ervoor dat je niet te ver voorover leunt. Beiden zorgen ervoor dat je tijdens het gooien niet nog eens op zoek moet naar balans.
De grip
Een aantal basisregels zijn van toepassing, voor de rest is het ontwikkelen van een “natuurlijke” stijl van groot belang.
- De pijl wijst licht omhoog. Zeker niet omlaag! (zie kopje “wiebelen”)
- Houd de pijl stevig vast, maar zonder te verkrampen. De pijl moet gemakkelijk los gelaten kunnen worden, maar niet uit je handen vallen.
- Gebruik minimaal 3 vingers bij het vasthouden, om ervoor te zorgen dat de enige beweging die je pijl maakt in de richting van het bord is.
- Ontspan.
Wat betreft de specifieke stijl, er bestaan er velen. Ook hier is geen stijl superieur aan een andere. Hieronder staan een aantal voorbeelden.
De Pen. Phil Taylor (de meest succesvolle speler ooit) gebruikt deze stijl. De pijl wordt vastgehouden als een soort pen. Veel mensen gebruiken in het begin deze stijl.
Touch the Tip. Bij deze stijl (Eric Bristow werd er 5 maal wereldkampioen mee) wordt de pink op de top van de pijl gelegd, om zo meer stabiliteit te krijgen.
Drie vingers. Wordt veel bij Bombers gebruikt. Bij deze kleinere darts is er nl. weinig ruimte om meer vigers kwijt te raken. John Low en Steve Beaton werden er wereldkampioen mee.
De elegante pink. De pink is de enige vingers die niet in de buurt komt van de pijl. De andere vingers houden de barrel stabiel. Rod Harrington gebruikt deze worp.
De pijl werpen
Voor het werpen van de pijl bestaat één goude regel: Alleen je arm beweegt! Dit betekend dat je lichaam vanaf je schouder af zoveel als mogelijk stil staat tijdens de worp. De worp wordt geheel gemaakt met de onderarm en de hand!
De fases van de worp
-
- Mik. Focus op je doel op het dartbord, niet de schoonheid aan de bar.
-
- Haal je arm terug, voor het verkrijgen van snelheid. Hoe verder je je hand terughaalt, hoe meer snelheid je in de volgende fase krijgt zonder dat je kracht hoeft te zetten! Idealiter is dit de enige bron van kracht voor je worp!
-
- Acceleratie. Probeer zo stabiel aals mogenlijk de pijl weg te werpen. Doe dit gelijkmatig en rustig. Op die manier verkrijg je de meeste snelheid zonder nauwkeurigheid te verliezen.
-
- Loslaten. Op het “juiste” moment. Wanneer dit is kan je het beste zelf bepalen.
- De “follow trough”. Na het loslaten van de pijl geniet het de voorkeur om je hand de pijl na te wijzen met je hand. Maak dus je beweging af. Op deze manier ben je ervan verzekerd dat je de pijl rustig en goed loslaat en dat je niet al met je hand op weg bent naar de volgende pijl. De trippel 3 komt anders steeds meer in zicht.
Wiebelende worp?
Vrijwel alle werpers beginnen met een onstabiele (wiebelende) vlucht van de pijl. Deze onder controle krijgen is een zeer belangrijke stap om te maken. Deze wiebel kan een aantal oorzaken hebben:
- De pijl maakt geen parabolische vlucht. Als je de bovenstaande regels volgt is deze oorzaak zeer onwaarschijnlijk.
- De shaft-flight combinatie is niet aerodynamisch genoeg. Ga in dit geval naar een dartwinkel en laat je adviseren. Is de flight misschien te klein, waardoor deze niet voldoende stabiliseerd? Of gebruik je te lange shafts?
- Je pijlen zijn te zwaar (waardoor je te veel forceert) of te licht (waardoor je de pijl te veel kracht meegeeft).
- Je arm maakt ergens een beweging die niet richting het bord is.
- De pijl maakt ergens een neergaande beweging tijdens de greep. Als dit gebeurd moet je pijl een omhooggaande beweging maken tijdens de flight, het geen de nauwkeurigheid zeker niet ten goede komt (steigeren).
- De pijl wijst te veel omhoog. Hierdoor maakt de pijl een snelle val in het begin van de worp, hetgeen ook een helehoop nauwkeurigheid kost.
- Je staat niet goed stil. Je positie achter de ockey is niet stabiel, bijv omdat je achterste been de grond niet raakt.
Oefeningen om jouw darts spel te bevorderen!
Partijen darten (in competitieverband of toernooiverband) leer je veel van. Je bouwt dan namelijk routine op. Vooral partijen darten tegen sterkere tegenstanders komt je eigen spel ten goede. Je wordt dan veel meer gedwongen beter te gooien.
Aangezien je thuis of op je oefenlocatie niet altijd een tegenstander beschikbaar hebt, ben je ook op jezelf aangewezen om te werken aan je kwaliteiten als darter.
Enkele sleutelwoorden die je bij oefeningen in de gaten dient te houden:
Afwisseling (niet stomweg alleen maar de T20 proberen te raken)
Plezier (Lukt het niet even? Stoppen! Probeer het een andere keer opnieuw)
Doel (noteer goede prestaties, je motiveert jezelf dan beter om die prestatie te verbeteren)
Regelmaat (beter elke dag een kwartier dan 1 keer per week 3 uren)
Nog een optie is thuis oefenen tegen een “virtuele tegenstander”. Hiermee bedoel ik de computer als tegenstander. Het pakket “Virtual dartplayer” acht ik tot op heden als meest geschikt. Bedenk echter wel dat het spelen tegen een virtuele tegenstander één groot nadeel kent: je proeft niet echt hoe het in een werkelijke partij er aan toe kan gaan. Je kunt weliswaar wachten op de beurt van de computer, echter gooit deze in één constant tempo. Praktijk is vaak dat je je eigen beurt gooit, dan de stand intypt en je pijlen op gaat halen. Je hebt grote kans dat je werkelijke tegenstander in de eerst volgende partij een heel ander tempo heeft.
De praktijk met dit pakket is vaak als jij je score invoert en daarna je pijlen ophaalt, de virtuele speler zijn beurt gaat gooien en deze is dan al klaar op het moment dat jij weer aan de ocky komt staan voor jouw volgende beurt. Je ziet je tegenstander geheel niet gooien en de wachtperiode die je in je echte partijen altijd hebt, heb je dan overgeslagen. Daarnaast zul je nooit de gehele ambiance waar je bij de volgende partij in komt te staan nabootsen bij je thuis. Desalniettemin is dit pakket toch geschikt om beter te gaan presteren op den duur omdat je een tegenstander van verschillend niveau kunt inschakelen.
Ik zelf kies altijd een tegenstander waarvan ik weet dat die goed, zo niet beter is dan mij en waarbij ik dus altijd flink mijn best moet doen om die te verslaan. Als jezelf een terugval kent in je prestaties kun je de tegenstander ook daarop aanpassen en een tandje lager zetten. Indien je blijft winnen van de dan ingestelde sterkte, leg de lat dan hoger – je hebt dan duidelijk progressie gemaakt en bent toe aan een zwaardere klus.
Oefenroutines die zonder computer ook eens zou kunnen proberen geven we hieronder:
Voor de beginnende darter:
De klok rond (around the clock)
Dit is het allereerste spelletje dat je goed onder de knie moet zien te krijgen. Je gaat de cijfers op het dartbord 1 voor 1 gooien. Je begint bij 1, dan gooi je 2, dan 3, enzovoort. Je gooit dus telkens het volgende cijfer tot en met de 20. In het begin maakt het dan niet uit of je het cijfer dat je moet gooien dubbel of tripple is. Je telt het gewoon als goede score. Mis je op een cijfer, gooi je nogmaals op hetzelfde cijfer, net zolang je raakt en je weer naar het volgende cijfer kunt gaan. Eventueel kun je na de twintig ook de bull nog nemen om het spel af te sluiten. Dat kun je zelf bepalen. Dit is een spel dat je met meerdere darters tegelijk kunt doen. Als iemand mist, mag de volgende darter gooien. Je kunt als je dit spelletje goed onder de knie krijgt de regels altijd nog wat scherper maken door te zeggen dat dubbel of tripple het cijfer dat je moet niet meer telt en als een misbeurt geldt.
Voor de meer geoefende darter:
De klok rond op dubbels – scoren is volgende dubbel, missen betekend een stap terug doen.
Bij dit spelletje voer je de druk voor jezelf op! Van dubbel 1 t/m 20 met 3 pijlen per dubbel. Begin bij dubbel 1 gooi 3 pijlen en raak je de dubbel dan ga je uiteraard door naar dubbel 2 raak je die dubbel door naar dubbel 3 logisch.
Mis je een dubbel met 3 pijlen dan ga je terug naar de voorgaande dubbel, weer missen is weer een stap terug naar de dubbel die daarvoor zat. Voorbeeld: je gooit in beurt 1 een dubbel 1, beurt 2 een dubbel 2 en een dubbel 3. In beurt 3 mis je de dubbel 4 met alle drie pijlen. Je moet dus nu weer een stapje terug doen en beginnen met dubbel 3. Mis je die ook, nog een stap terug naar dubbel 2.
In dit spel leg je jezelf druk op als je ver komt, missen is terug richting af en hoe verder je komt, des te erger is een misser. Als je ver gevorderd bent kan je er ook nog een record tijd opzetten.
Finishing
Bij deze training begin je met 60 punten. Dit probeer je uit te gooien met drie pijlen. Lukt dit niet dan zak je met één punt, in dit geval 59, lukt dit wel dan stijg je met 10 punten, naar 70. Vervolgens probeer je de nieuwe score weer met drie pijlen uit te gooien, enzovoort.
Stel dat je dus op 60 staat en je mist, dan kom je op 59. Lukt het je daarna wel om 59 uit te gooien, dan sta je op 69. Mis je 69, sta je op 68, enz. Dit spel is in het begin vrij lastig, maar hoe verder je komt, hoe beter het zal gaan
Je doet er goed aan naast je dartbord een zogenaamde finish lijst groot uitvergroot op te hangen opdat je een handig hulpje hebt hoe je de restscore uit kunt gooien. Door vaak op die lijst te kijken leer je de uitgooi combinaties vanzelf uit je hoofd. Je hebt daar baat bij in je dartpartijen omdat je weinig (of geen) tijd nodig hebt om te bepalen hoe je een getal moet uitgooien.
25
Bij dit spel begin je met 25 punten. Je mikpunten zijn uitsluitend dubbels, inclusief de dubbele bull. De dubbels die je raakt tel je bij de score op, mis je met drie pijlen een dubbel, dan trek je eenmaal de waarde van die dubbel van de score af. Als je score onder de 0 komt, is het spel over. De bedoeling is om de bull te bereiken zonder onder de 0 te komen en een zo groot mogelijk aantal punten over te houden.
Je begint dus met 25. Stel je raakt de dubbel 1 één keer, tel je er twee bij op en sta je op 27. Mis je de dubbel 2, sta je op 23. Raak je dubbel drie twee keer, tel je er 12 bij op en sta je op 35, enz.
x-01 tegen jezelf gooien
Wanneer je x-01 aan het oefenen bent, gooi je eerst een complete leg voor jezelf en noteer alle scores en restscores (inclusief de 0 beurten). Nadat de leg afgerond is, gooi je de volgende leg tegen de scores uit de voorgaande leg, waarbij wederom de scores in die nieuwe leg opgeschreven worden. Indien je deze leg uiteindelijk beter gooide (met minder beurten dus) dan de voorgaande leg, laat je deze leg staan en is dat de nieuw te kloppen score (eventueel noteer je ook bij de finish met hoeveel pijlen je deze gooide, opdat je uiteindelijk weet in hoeveel pijlen je de x-01 partij uitgegooid hebt.
‘170-en’
Ga met iemand anders ‘170-en’. Dit is een spelletje waarmee je de dubbels leert gooien en later ook finishes gaat oefenen. Het zit zo in elkaar: Er hoeft niet getost te worden, want de twee spelers horen bij elkaar. Speler 1 begint met gooien. De score wordt niet van 501 maar van 170 afgetrokken. Je kunt dus al meteen beginnen met uit te gooien. 170 uitgooien is natuurlijk voor gevorderden. Speler 2 gooit weer van de score van speler 1 naar de nul toe. Een voorbeeld:
Speler 1 begint met een score van 45. Er staat nu een score van 170-45=125. Nu mag speler twee. Speler 2 gooit 85. Nu kan speler 1 beginnen met het checken en dus het oefenen (125-85=40). Degenen die de dubbel het eerste gooit heeft een punt. Spreek van tevoren af hoeveel punten er gehaald moeten worden om te winnen.
‘legjes’
Een ander spelletje is ‘legjes’. Je hebt hiervoor drie spelers nodig. Het doel is om punten te gooien en te leren schrijven. Om te bepalen wie er mag beginnen, ga je eerst ‘bull-en’ Elke speler probeert met een pijl zo dicht mogelijk bij de bull, of in de bull, te gooien. Je raadt het al: de twee die er het dichtste bij zitten mogen beginnen. De derde speler moet schrijven. Je gooit van de 501 of 301 terug en gooit uit met een dubbel. De verliezer moet schrijven en degene die geschreven heeft mag beginnen tegen de winnaar van de vorige partij. Spreek van tevoren af hoe vaak je moet winnen om de hele reeks te winnen.
killen
Een manier om je dubbels te oefenen is ‘killen’. Hiervoor heb je twee personen nodig, maar het liefste meerdere. Ook niet al te veel, want dan kom je niet zo vaak aan de beurt en dan is het geen goede oefening meer. Je begint met z’n allen om met je ‘verkeerde’ hand, voor rechtshandige dus links en linkshandige met rechts, een pijl in het bord te gooien. Dit is ook nog aardig lastig, maar niet de oefening waar het om gaat. Als iedereen met een pijl het bord heeft geraakt, kan het spel beginnen. Je moet om en om eerst de dubbel gooien, die bij het cijfer hoorde dat je met je ‘verkeerde’ hand gegooid hebt. Als voorbeeld:
Je had 18 gegooid, dan moet je dubbel 18 gaan gooien. Als je je eigen dubbel hebt geraakt, mag je de dubbel van anderen proberen te gooien. Het gooien van andermans dubbels telt pas als je je eigen dubbel hebt gegooid.
Degene van wie zijn dubbel het eerst het van te voren afgesproken aantal keer is geraakt, ligt uit het spel. Als er een speler over is, dan is hij of zij de winnaar van het spel. Je oefent hiermee zeer goed je dubbels!
Dartiquette
De dart-etiquette bestaat niet uit opgelegde regeltjes, maar het zijn de ongeschreven wetten die in de praktijk altijd zouden moeten worden toegepast. Het gaat om hele elementaire dingen. Beleefdheid, omgangsvormen, algemeen fatsoen.
Er worden bepaalde dingen van je verwacht als speler, teller of toeschouwer.
DOEN
1. Behandel je tegenstanders en andere spelers zoals je zelf behandeld wilt worden.
Heb respect voor elke tegenstander!
2. Een darter schudt altijd aan het begin van de partij de hand met zijn tegenstander, en wenst hem succes.
Maar ook na de wedstrijd geef je de tegenstander een hand, zeggende dat ie goed gespeeld heeft, of je nou hebt verloren of gewonnen.
3. Loop altijd langs de zijkant van de dartbaan terug.
4. Blijf achter de werpende darter.
Slechts 1 persoon hoort tussen de oche en het dartbord te staan, en dat is de schrijver.
5. Aanmoedigen van spelers.
Doe dit echter niet wanneer een speler aan het bord staat. Dit geldt natuurlijk ook wanneer je bijvoorbeeld de
schrijver op een foutje betrapt.
6. Dit geldt voor de schrijvers: Probeer tijdens een wedstrijd zo rustig mogelijk te blijven.
Veel beweging rond het bord is storend voor de spelers.
NIET DOEN
1. Je tegenstander proberen af te leiden in de hoop mede daardoor de wedstrijd te winnen.
Het levert je een slechte reputatie op en het is alleen maar irritant. In de meeste gevallen zelfs voor je
eigen teammaten.
2. Recht op de tegenstander af teruglopen. Gewoon netjes langs de zijkant van de baan.
3. Naast, voor of vlakbij de werpende darter gaan staan.
Slechts 1 persoon hoort tussen de oche en het dartbord te staan, en dat is de schrijver.
4. Onnodig veel herrie maken wanneer jouw tegenstander aan de beurt is.
Ook jouw tegenstander wil de kans om zich goed op zijn/haar worp te concentreren.
5. Praten tegen jouw tegenstander. Of irritante geluidjes maken.
Het zachtjes tikken van dartpijlen kan al als bijzonder irritant worden ervaren.
Niet doen als je respect hebt voor je tegenstander.
Het noemen van bovenstaande “regels” zou eigenlijk totaal overbodig moeten zijn. Er staat absoluut niets bij wat buiten de algemene normen van fatsoen leggen. Helaas blijkt in de praktijk dat deze “regels” nog steeds week in – week uit overtreden worden.
Zo moeilijk is het toch niet om je normaal te gedragen en een beetje rekening te houden met elkaar. Je tegenstanders zijn, net als jij, een gezellig avondje uit.
… en, Voor al het bovenstaande geldt:
“Wie de schoen past, trekke hem aan”.
Wat u niet wist
… gebruik van een elektronisch scorebord (bij 501, 701 en 1001) en een telraam (bij Tac-Tics) tijdens een wedstrijd is toegestaan?
Voorwaarde is dat beide spelers / beide teams ermee akkoord gaan.
… de wedstrijdbaan minstens een half uur voor de uiterste aanvangsttijd van de wedstrijd beschikbaar moet zijn om in te gooien?
… het thuisspelende team, als goede gastheren, de bezoekers in de gelegenheid moet stellen om minstens een kwartier voor aanvang op de wedstrijdbaan in te gooien?
… de speler, die aan de beurt is, altijd aan de scheidsrechter (=schrijver) mag vragen:
… de scheidsrechter niet mag vertellen hoe de overgebleven score kan worden uitgegooid?
… scores pas geschreven mogen worden nadat alle drie de darts zijn gegooid?
… je de darts pas uit het bord mag halen nadat de scheidsrechter de score heeft opgeschreven?
Dit is om geouwehoer achteraf te voorkomen…TIP: Haal altijd ZELF je pijlen uit het bord.
… je de scheidsrechter alleen maar direct voor je eerstvolgende beurt mag verbeteren?
En dan natuurlijk niet over foute scores, maar alleen over rekenfouten.
… de scheidsrechter op moet letten of de spelers zich correct aan de werpafstand houden?
Voetje helemaal achter de oche. Niet erop. Niet ervoor. Erachter. Helemaal.
… de scheidsrechter een officiële waarschuwing mag geven als een speler zich hier niet aan houdt?
… de scheidsrechter de worp ongeldig mag verklaren als een speler besluit compleet ***** aan de scheidsrechter te hebben, en dat de worp dan niet mag worden overgespeeld?
… Alle darts tellen, zolang de punt het bord maar raakt?
Dus ook pijlen die tussen het draad zijn blijven hangen, of aan andere pijlen zijn blijven hangen.
Zolang de punt het bord maar raakt. De zgn. “Robin Hood” pijlen tellen NIET. De punt zit dan in de achterkant van een andere pijl, dus niet in het bord.
Darten en psychologie
Het darten is een psychologisch spelletje. Vele redenen zijn op te noemen waarom je op een bepaald moment in de wedstrijd ZO gooit, zoals je normaal niet zou doen. Heeft allemaal te maken gebeurtenissen, omstandigheden, gemoedstoestand, ergernissen, spanning enz…
Deel 1: Spanning
Darters klagen vaak over extra spanning tijdens het gooien bij belangrijke punten in een partij en kunnen dan, als ze die kans gemist hebben, niet terugvechten in de partij. Dat ze hadden kunnen winnen, spookt dan door het hoofd.
We weten allemaal van deze situaties. Beslissende leg, 3 dartpijlen voor de finish in je hand en die dubbel 16 even uitgooien. Je moet hem gooien, want als de tegenstander finished, heb je verloren. De zenuwen gaan in werking treden, je hand trilt en je knieën voelen als smeltende boter in de zon. Je bid naar god dat deze dat erin gaat, maar god is ff lunchen op dit moment en je blundert helaas. Je tegenstander gaat met een lach aan het bord staan en gooit met 2 pijlen zijn overige 60 punten netjes uit.
Later denk je wat er allemaal met je gebeurde. Als je 2 legs had voorgestaan, had je de dubbel 16 met je ogen dicht wel gegooid. Gigantisch nerveus was je en dat klopt, het was allemaal een manier van denken op dat moment. Als je naar het bord gaat met de gedachte dat je de dubbel 16 uit MOET gooien, omdat je anders de partij wel eens kan verliezen, is de kans erg groot dat dit dan ook gebeurd.
Het is zo simpel en zo hard gesteld: NIET denken aan winnen of verliezen.
Als ik voor zo’n belangrijk punt sta in de wedstrijd, dan zeg ik rustig tegen mezelf: “gewoon darten, meer niet” . Besteed geen enkele gedachte aan iets, waardoor je de wedstrijd kan verliezen. Schrap elk woord wat jezelf onder druk zet tijdens een dartpartij, uit je mentale woordenboek en leer om je gedachtes te controleren. Wanneer je jezelf betrapt op zo’n negatieve gedachte tijdens de wedstrijd, geef je jezelf een korte mentale rust en zeg tegen jezelf:” STOP. Recht je schouders, sla een diepe zucht en ga geconcentreerd aan het bord staan met maar 1 gedachte: “ gewoon darten”. Dat is meestal voldoende voor de meeste situaties, wanneer je gespannen bent.
Alleen soms blijft je hand trillen en kun je je niet goed op het bord focussen. Als de situatie zo ernstig is, moet je een ontspanningsoefening om rustiger te worden gaan introduceren, welke een klein beetje training vereist. Het wordt “ de rustige plek” genoemd.
Neem 10 de tijd , zo vaak als je kan. Het beste zou elke dag zijn, maar minstens 1x per week volstaat. Ga zitten en relax. Met de ene hand druk je op de duim van de andere hand. Denk aan een rustige plek waar je je op je gemak voelt. Dit kan een tropisch eiland zijn, waar je in de zon ligt, maar kan ook je comfortabele zetel in de woonkamer of ergens waar je rust vind en kan relaxen. Hou deze gedachte vast voor ongeveer 5 tot 10 minuten en blijf drukken op je duim. Als je deze oefening regelmatig blijft herhalen, zul je zien dat je later alleen maar op je duim hoeft te drukken, tijdens de gespannen momenten. Je zult zien dat je sneller ontspant.
Deel 2: Ver achter of aan kop van de wedstrijd
In sommige partijen sta je ver achter en in sommige sta je ver voor- een normale dart situatie dus. Beide situaties hebben hun eigen mentale consequenties. De meest voorkomende situatie is voor de betere speler die op kop staat. Deze situatie lijkt me normaal. In de meeste gevallen zal de zwakkere speler op een bepaald moment, tijdens de wedstrijd, opgeven. De wedstrijd is gespeeld. Je kan in de meeste gevallen al aan het het gedrag en lichaamstaal zien dat hij achter staat. De speler die achter staat laat zijn schouders en hoofd hangen, schudt wellicht met zijn hoofd en je hoort hem mopperen. Dit doet dus een mentaal zwakke tegenstander
In zulke situaties waar je ver achter staat, moet je je realiseren hoe je er op dat moment uitziet naar de buitenwereld toe. Check jezelf op hiervoor aangegeven houding(en). Zie ik eruit als een loser? Dan ben je dat meestal ook. De speler die ver voor staat, verwacht dit namelijk ook. Recht je schouders, hoofd recht en loop vol vertrouwen naar het bord toe. Denk niet aan de huidige stand in de wedstrijd en zie eruit als een winnaar. Je tegenstander zal deze houding gaan zien en zal zich misschien ( als hij ook mentaal zwak is) gaan afvragen waarom je er zo uitziet, alsof je voor staat in de wedstrijd. Dit is je kans. Op het moment dat je je tegenstander dit laat denken, zal hij misschien ook zijn balans ( zelfvertrouwen) kwijtraken. Natuurlijk zul je wel een aantal goede pijlen moeten gooien om dichterbij te komen, maar als je een krachtige en zelfverzekerde uitstraling vertoont ( ook al ben je dat op dat moment niet ), zul je zien dat het echte zelfvertrouwen en kracht naar je toe komen. Als je eruit ziet als de baas in de partij, is het niet ondenkbaar dat je dat ook wordt!!
Natuurlijk vereist dit oefening. Dus reken af met je gedrag en lichaamstaal tijdens de wedstrijd. Vraag desnoods aan een vriend na de wedstrijd, wat voor indruk hij had over je lichaamstaal tijdens de partij. Na een tijdje zal het niet moeilijk meer zijn en herken je zelf wel wat voor effect het heeft op je tegenstander, zodat je het goed kunt controleren tijdens de wedstrijd.
In het volgende item kijken we naar een situatie waarin de zwakkere speler op voorsprong staat tijdens de wedstrijd, waarin die verrassing hem in moeilijkheden brengt…
Deel 3: Ver achter of aan de leiding
Dit deel gaat over het moment dat je onverwachts de leiding hebt in een partij. Stel je voor dat je speelt tegen een opponent die veel beter is dan jou, maar om de een of andere reden gooit hij een ontzettend slechte pijl. Jij daarentegen, speelt de partij van je leven en staat dan ook voor in de partij. In veel gevallen gebeurt er dan iets vreemds. De zwakkere speler, die op dat moment aan de leiding gaat, begint nerveus te worden en blundert de rest van de partij uit. Hij verspeelt de wedstrijd.
Wat er gebeurt is dit: iedereen gaat een wedstrijd in met een speciale gedachte over het verloop van de partij. Dat is normaal, want je wilt ook goed voorbereid aan de wedstrijd beginnen. Als iemand speelt tegen een sterkere tegenstander, verwacht hij onderuit te gaan en is dat normaal ook zo. Maar soms gaan dingen makkelijker als verwacht, wanneer dit gebeurt zijn we verrast en als we verrast zijn gaan we aan het denken…” wow, ik ben aan de leiding! Ik heb een kans! Ik moet het NU gaan doen!!!” Als je in deze denkwijze bent aangekomen, betekend dat, dat je jezelf onder druk zet. Maar als je jezelf onder druk zet, neem de spanning toe! We weten allemaal dat dat geen wenselijk gevoel is. Dit is nu het gemene effect van het aan de leiding staan in een partij- je krijgt een heerlijk gevoel omdat je voor staat en hebt niet in de gaten dat de spanning stijgt. Dit is uitgerekend zo’n situatie waarin spelers dan falen om de partij af te maken.
De oplossing is: verwacht het onverwachte (expect the unexpected )! Denk altijd voor aanvang van een partij dat het makkelijker zal gaan dan je zult verwachten. Als voorbeeld geef ik een partij van mezelf, waarin ik tegen een speler uide eredivisie moest spelen ( even geen namen). De situatie was duidelijk. Ik wordt van het bord gegooid, alleen de vraag is met hoeveel ik ervan af gegooid wordt! De wedstrijd liep anders. Hij speelde een niveau waarin een 3e divisionist nog makkelijk mee zou kunnen gooien. Ik stond dus 200 punten voor in de eerste leg. Ik kon die finish met geen mogelijkheid gooien, zo verwart was ik! Hij won makkelijk met 3-0, terwijl de wedstrijd heel anders had kunnen lopen. Ik speelde erg goed. Als ik alleen maar van dit fenomeen had geweten…het was 1 van die situaties waarin ik kennismaakte met het mentale gedeelte van darten!
Vooral onervaren spelers raken verwart bij deze situaties! Normaal spelen ze beter als ze achterstaan dan wanneer ze op kop gaan! Juist omdat een onervaren speler gewend is achter te staan tijdens een partij. Let eens op de jeugdspelers in een wedstrijd of toernooi. Ik ben er zeker van dat het klopt! Als laatste een tip: hecht geen waarde aan de naam van een bepaalde tegenstander! Nu weet ik dat eredivisie spelers ook kunnen spelen als een krant…
Deel 4: Energie
bij de eerste keer zal het opvallen dat wanneer je over energie praat, het ook altijd betekend dat je over motivatie praat. Een speler die nauwelijks gemotiveerd is, zal het moeilijk vinden om op een hoog energie niveau te spelen.
Wat is energie? Het gaat meestal over hoe je je voelt tijdens een wedstrijd en hoe je met de situatie omgaat. Spelers die alert en geconcentreerd spelen, hebben een hoog energie niveau. In de sport is de psychologische energie omschreven als een positieve- negatieve omgeving.
Daarom kun je je eigen energie status het best omschrijven in 4 fases:
Hoog positief (A), hoog negatief (B), laag positief (C), laag negatief (D).
Deze 4 fases zijn in onderstaande diagram te zien.
![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/energieschema-1.jpg)
![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/energieschema-2.jpg)
![](https://primary.jwwb.nl/public/z/y/f/temp-lzoblsjwwkozkghkvgyy/energieschema.jpg)
De smilies in de diagram vertellen je hoe je je voelt in een bepaalde fase van je energie niveau:
Hoog en Laag:
Om het verschil tussen de hoge en lage energie niveau te begrijpen is eigenlijk best makkelijk. Een speler met een laag energie niveau vind de uitslag van de wedstrijd niet belangrijk. Misschien herken je zelf zo’n situatie van een aantal weken terug toen je weinig gemotiveerd was, omdat je moe of verveeld was.
Een hoog energie niveau betekend dus volledig geconcentreerd, zeer gemotiveerd en erg bewust van de wedstrijd.
Positief en negatief:
Negatieve energie is een beetje lastig om te begrijpen. Het gebeurt wanneer je absoluut wil winnen en heel erg je best ervoor doet. Je beleeft geen plezier van het spelletje, puur hard werken en vechten om te winnen. Je kunt het vergelijken met een proftennisser, die met veel gekreun en gesteun over de tennisbaan sleurt om elk punt binnen te slepen. Hoge positieve energie is meer van het type Andre Agessi, die met veel plezier en gemak over de baan loopt. Veel concentratie en motivatie aanwezig, dat zeker, maar alles lijkt hem gemakkelijk af te gaan. De meeste sporters beschrijven deze hoge positieve energie op een simpele manier als “ plezier maken tijdens het spel”. Je houdt van darten, je houdt van het spelletje, ook al gaat het om een wedstrijd.
Het belangrijkste voor dit onderwerp is nu dat voor bovenstaand schema, de types B en D effect hebben op je spel. Ze laten je spelen op een bepaald percentage van je uiteindelijke dartniveau ( dus zeker geen 100% ). Laten we een kijkje nemen naar de verschillende types.
Type D, laag negatieve energie
Dit is zeker de ergste situatie dat je kan gebeuren. Probeer onmiddellijk je energie niveau te verhogen. Slechte concentratie, slechte gedachtes. In deze energie status speel je niet meer dan 50-60 procent van je dartniveau.
Type C, lage positieve energie
Bijna hetzelfde als type D, maar is makkelijker over te schakelen naar type A ( maximale energie status ).
Type B, hoge negatieve energie
Op 1 na beste energie status. Goed geconcentreerd, maar er zijn toch negatieve gedachtes. Normaal gecombineerd met spanning. Meeste spelers bereiken dan 80 procent van hun dartniveau.
Type A, hoge positieve energie
Beste energie status. Kan het best beschreven worden als “ plezier maken met wat je doet” 100 procent van je dartniveau.
Overschakelen van de ene energie- naar de andere energiestatus
Laag naar hoog
Probeer meer te concentreren Probeer plezier te maken. Hou je dan niet van darten? Ik ben zeker dat ik het spel leuk vind, anders stond ik hier niet!
Negatief naar positief
Dit is lastig, maar wel te doen. Probeer de aanwezige negatieve gedachtes te controleren. Is het niet leuk om alleen maar lekker te darten? Ik verwijs je naar het bovenstaand onderwerp over “ spanning”. Je kunt daar ook hulp vinden.
Negatieve energie overkomt je meestal als het spel boven verwachting verloopt. Goede spelers kunnen zich in een positieve energie status houden, ondanks wat de stand tijdens de wedstrijd is. Als je boos bent op jezelf tijdens een wedstrijd, omdat je een foutje hebt gemaakt, probeer jezelf weer op te beuren. Mentaal sterke spelers zien hun fouten als een kans om hun sterkte te tonen en kunnen de wedstrijd gewoon winnen.
Dat is 1 van de belangrijkste punten in sport psychologie, de enige weg om te presteren is te spelen met een hoge positieve energie status ( type A ) !
Deel 5: Verbeeldingstechnieken
Zou je geen wedstrijdsituaties willen oefenen waar je nog nooit mee te maken hebt gehad? Zou je je werptechniek wel willen aanpassen, maar val je altijd weer terug in je oude techniek wanneer je aan het oefenen bent? Er zijn altijd 2 dingen waar je beter mee om kan gaan wanneer je de mentale techniek van verbeelding geleerd en gebruikt hebt.
De basis om je verbeelding te gebruiken lijkt makkelijk: Ga zitten in een comfortabele stoel of ga liggen op bed of bank. Sluit je ogen en verbeeld jezelf in de situatie die je wilt oefenen.
Dat is alles. Misschien zullen sommige van jullie denken dat dit de grootste onzin is, maar ik kan je verzekeren dat dat niet zo is! Zeker elke topsporter in wat voor sport dan ook, gebruikt deze techniek of heeft hem ooit gebruikt.
Natuurlijk, het listige is dat je deze techniek goed moet uitvoeren. Goed uitvoeren betekend geconcentreerd en intens. Laten we zeggen dat je problemen hebt met je dubbels tegen een tegenstander die beter is dan jij. Wanneer je een kans krijgt tegen hem, ben je verrast en blunder je. Neem wat extra tijd om te verbeelden. Sluit je ogen en stel jezelf voor dat je voor het dartbord staat. Probeer zoveel mogelijk details voor te stellen. Hoor het geroezemoes van de mensen om je heen. Trouwens, stel je de omgeving voor in kleur of in zwart/wit? Doem maar voorstellen in kleur dan. Voel het gewicht van je werparm, wanneer de pijl in je hand zit. Kun je de lucht van het dartbord ruiken? Hoe meer details je je voor kunt stellen, hoe succesvoller je de verbeeldingstechniek kunt beheersen. Nu in je verbeeldingssessie stap je naar voren en gooi je die dubbel met 1 dart! Snap je wat de bedoeling is? Als je goed kunt inleven in een situatie in een situatie, kun je nog steeds problemen hebben om de dubbel te raken. Als je alles in je verbeeldingstechniek raakt, zul je je vast nog niet intens genoeg inleven.
Een ander voorbeeld: je bent aan het werken aan je werptechniek. Kun je je herinneren hoe je spieren voelde na je eerste nieuwe worp in je nieuwe werptechniek? Voelt raar niet, in vergelijking met je oude techniek? Dit moment moet je proberen vast te leggen in je herinnering om te gebruiken voor je verbeeldingstechniek, mede om verschillen vast te leggen. Mensen die goed kunnen verbeelden, kunnen hun worp werkelijk “voelen”.
Als je het verschil kunt voelen wanneer een dartpijl goed- en wanneer hij slecht gegooid wordt en ook verbeelden en analyseren op dat verschil, zul je merken dat je dit vaker en meer preciezer op een echt bord kan uitproberen. Dit is een groot voordeel met een goede verbeelding.; je kunt jezelf controleren en zelfs je reacties. Als je het gevoel weet van een perfecte worp in je verbeelding, kun je het reproduceren in je echte wedstrijd. Deze feedback is het belangrijkste voordeel van verbeelden. En natuurlijk, hoe meer je dit doet, hoe beter je dit gaat controleren en gebruiken.
Probeer deze technieken op verschillende situaties uit.
Hier wat voorbeelden:
- De betere tegenstander
- Gespannen situaties
- Problemen met je werptechniek
- Nerveus zijn
- Slechte dartsomstandigheden
- Voorbereiding op een bekende tegenstanders
- Tegenstanders die je kent, maar nooit tegen gespeeld hebt
- Wanneer je tijd over hebt, oefenen zonder dartbord
Een wit moment:
Een tijd geleden ontving ik een belangrijke uitspraak
Heb je wel eens gehoord van de Russische term: “een wit moment”?
Het gaat over een bepaald moment in de wedstrijd waarbij de winnaar de wedstrijd naar zich toe trekt. Het gaat niet perse over het eindschot, maar over een worp in de partij, waarbij de einduitslag bepaald wordt. Het is dat verschrikkelijke moment waarbij de ene tegenstander geestelijk en psychologisch gebroken wordt en de ander een extra boost voor zijn zelfvertrouwen krijgt. Zo erg dat de uitslag reeds bekend is. In Amerika noemen ze het” being in the zone”.
Sincerely,
Jason Davenport
Bovenstaande situatie kunnen optreden in verschillende situaties van een wedstrijd. Hoewel het bovenstaande er op lijkt dat het vrij ver in de wedstrijd gebeurt, kan het ”witte moment” vroegtijdig in een wedstrijd optreden. Dus een 180, 140 of een goede uitworp is cruciaal en is voor de tegenstander om de een of andere reden een onverwacht moment, waar hij geen rekening mee gehouden had. Zo’n moment kan het zelfvertrouwen van die tegenstander breken.
Er is helaas geen script voor de winnaar om in deze situatie te belanden, misschien het scrip: “gooi superhoge aantallen en gooi in 1 dart uit…duhh
Het hangt er ook vanaf hoe mentaal sterk je tegenstander is. Een situatie waarin een mentaal zwakke tegenstander het opgeeft , heeft weinig effect op een mentaal sterke tegenstander.
De enige strategie om voordeel uit deze kennis van het “witte moment” te halen, is het bewust zijn van het moment dat het gebeurt. Denk aan je wedstrijd. Wanneer dacht je dat je verloren had in die partij? Herinner je die situatie. Was er geen kans meer om te winnen? Misschien een klein kansje, zeker, maar je geloofde er niet in, omdat het virus ( “witte moment”) je getroffen had.
Natuurlijk krijgt de bovenliggende partij een grotere boost voor zijn zelfvertrouwen in deze situatie en blijft doorgaan met goede worpen, zodat de vooruitzichten voor jou somber worden. Maar het gevoel van zelfvertrouwen kan omslaan in een luie (gemakkelijke) partij…en dit is je kans!
Blijf vechten, je hebt niks te verliezen en probeer bij te blijven. Wanneer hij een mist krijg je de kans terug te komen in de wedstrijd!
Aan de andere kant, als het “witte moment” in jouw voordeel was, voorkom de danger zone, door te gemakkelijk worden en concentratie te verliezen! Het lijkt erop dat je tegenstander psychologisch is gebroken, maar vertrouw daar niet op! De situatie kan zeer snel omslaan en in de wedstrijd kan dan meer dan 1 wit moment voorkomen!!!
Het is mogelijk een goed gevoel voor deze situaties te ontwikkelen in de wedstrijd, vooral tegen tegenstanders waar je eerder tegen gespeeld hebt of hebt zien spelen.
Als je hem kent, weet je wanneer hij vertrouwen verliest. Als je hem betrapt op zo’n moment, kun je die gebruiken om jezelf extra te concentreren en te proberen een tonnetje, ton40 te gooien om hem te breken.
Om deze vaardigheid te trainen, zul je veel wedstrijden moeten bekijken van goede- en minder goede spelers. Probeer te anticiperen op beslissende worpen en analyseer het ritme van de dartpartij. Je zult meer leren over het spel, verscherp je bewustwording en als je deze situaties extra geconcentreerd kunt verbeelden, vooral bij de belangrijke punten, zul je progressie zien op je presteren!
Deel 6: Geestelijk Programma Quickfix
Soms ondervinden wij dat de dingen niet gaan op de manier zoals zij zouden moeten gaan. Dan spelen wij zwakker dat we weten en dat we kunnen. Als u ontdekt dat het tijdens de partij psychisch fout gaat, wordt het tijd voor alarm fase 1.
Voor deze kwestie wil ik je een korte checklist geven (en aan het eind een kort verhaaltje over rare gedachtes) om te gebruiken tijdens de wedstrijd, wanneer je ontdekt dat je de controle kwijt begint te raken.
De hoofdredenen waarom wedstrijden verloren worden door een lage mentale energie status of rare ( niet geconcentreerde) gedachtes. Terwijl geestelijk zwakke spelers niet veel kunnen doen, omdat ze eenvoudig niet weten dat er strategieën bestaan, hebben andere spelers een of andere lijst met parameters die ze nalopen en veranderen wanneer het nodig is.
Dus wanneer je tijdens een wedstrijd in de problemen komt, gebruik onderstaande lijst:
Quickfix checklist:
- Controleer je energie status. ( zie bovenstaande toelichting)Doe dit als volgt:
- Heb je plezier in het spelletje? Heb je het naar je zin tijdens de wedstrijd?
Als het antwoord “ja” is, dan is je energie status perfekt!
Al het antwoord “nee” is:
-
- Voel je je down of verveel je je?
Dan heb je een lage energie status. Probeer zo snel mogelijk je energie status omhoog te brengen!
-
- Heb je negatieve gedachtes, mopper je of ben je geërgerd?
Dan zit je op een hoog negatief energie status. Je moet proberen naar een positieve energie status te gaan! Zeg:” STOP!” tegen negatieve gedachtes, je speelt het spelletje waar je van houdt, toch?
- Check of je nerveus bentBen je nerveus, trillen je knieën en armen? Als het antwoord “ja” is, probeer de relax techniek uit. Zie : Een rustige plek ( bij spanning )
- Heb je negatieve gedachtes of ben je bang om te verliezen (ook al is je energie status in orde)?Zeg”STOP” tegen jezelf wanneer je die negatieve gedachtes ontdekt ( werkt echt prima!). Probeer zachtjes te praten tegen jezelf zoals dit: “ Ik heb het naar mijn zin. Het gaat gewoon goed. Ik ben rustig. Ik weet dat ik goed kan darten en laat het nu gewoon even zien!”
Dit soort peptalk cq. overtuigingstechniek zullen je energie status weer opkrikken! - Check je oplettendheidHeb je alles onder controle of ben je lichtelijk uit koers geraakt? Het is belangrijk te anticiperen op dingen die er gebeuren, en de controle te houden over je algemene mentale status. Alleen als je weet waar je mee bezig bent, kun je goed anticiperen op dingen die op dat moment niet goed gaan.
- Check je concentratie
Ben je geërgerd door dat stomme gezwets van die gasten op de achtergrond? Of denk je aan een lekker etentje, straks na de wedstrijd? Een volledig geconcentreerde speler zal nooit last hebben van achtergrondgeluiden of laat zijn gedachtes tijdens de wedstrijd nooit afdwalen. Als ik ontdek dat ik mezelf erger aan iets om me heen, denk ik aan de wereldklasse biljarter Blomdahl. Na een succesvolle finale werd er door een verslaggever gevraagd of hij soms wel eens last had van het luide applaus antwoordde hij:” Applaus? Welk applaus?”
Deze 5 punten zijn voldoende voor een geestelijke quickfix tijdens een wedstrijd. Ik vind het antwoord van Blomdahl erg goed, want geconcentreerd blijven tijdens een wedstrijd blijft “tricky”, zelfs voor de professionals.
Wat voor vreemde gedachtes sommige mensen wel niet hebben tijdens de wedstrijd, heeft voormalig schaakkampioen Mikhael Tal in een aantal anekdotes.
Eens in een schaakpartij dacht hij over het offer van een ridder, en hij herinnerde plotseling een Russisch lied dat over een nijlpaard ging, die in een moeras viel. Hij probeerde een strategie uit te vinden om dat dier er uit te krijgen, probeerde alles, maar niks werkte. Tot slot gevoed door de onmogelijkheid van een redding, offerde hij het paard intuïtief op het schaakbord. De dag erna schreef de krant: “ en toen offerde Tal het paard in een wel doordachte actie!
Dus wanneer ik tijdens mijn dartpartij een nijlpaard of ander vreemd karakter in mijn gedachtes tegenkom, denk ik aan Blomdahl en Tal en stel mezelf eerlijk de vraag? Bestaat dit wel? Kan ik er wat mee? Nee dus, leeg je gedachtes en het gaat een stuk beter met de prestaties.
Deel 7: Spelen tegen het dartbord of je tegenstander?
Ik kreeg laatst een interessante email. Het betrof een bericht van iemand die een verschil van mening had over het gedeelte over het “ witte moment” in een wedstrijd.
Hij vond dat als je de scores van je tegenstander negeert, er geen psychologische problemen zijn. Je gaat naar het dartbord met de veronderstelling dat je toch niks aan zijn scores kunt doen. Eigenlijk komt het neer op jou tegen het dartbord! De enige persoon die je dan moet verslaan is ..jezelf! Maar nog belangrijker is om plezier te hebben in het spelletje!
Het is een grote vraag waar zelfs de “grote dartspelers” geen goed antwoord op hebben.
Ik reageerde met:” je kunt het op 2 manieren benaderen:
1. Praktisch
2. Filosofisch
1. Praktische benadering
Het lijkt erop dat wanneer je het spel van je tegenstander negeert, prima is om cool te blijven en te winnen. Het belangrijkste probleem hiermee is dat het bijna onmogelijk is om je niet te laten beïnvloeden door de tegenstander. Belangrijk is om zelf gefocussed en scherp te blijven.
Het scherp blijven moet je zien als “betrokken” , geconcentreerd bij elke worp die je doet enz.
Het is absoluut belangrijk, zelfs als je alleen speelt, omdat het samengaat met je energie-status. Een hoge positieve energie status vereist een hoge mate van focus, plezier in het spelletje hebben idem en van sportpsychologen weten we dat je alleen maar 100 procent kan geven als je gefocussed bent in een hoge positieve energie status.
Maar hoe kan ik echt scherp en gefocussed zijn als ik me van sommige dingen afsluit?
Je zult alleen maar het spel van je tegenstander moeten negeren, wat erg moeilijk is ( bijna onmogelijk ). Zoals je ziet hebben we 2 omstandigheden die elkaar tegenwerken- 1 de behoefte om een hoge energie status( wat een hoge mate van focus vereist) en 2 de behoefte om de “ begrenste focus” om je tegenstander te negeren. Zelfs als het je echt lukt om je tegenstander uit je hoofd te zetten, dan blijft er de enige situatie over waar je mee moet omgaan en dat is de tegenstander zijn uitgooi in de wedstrijd.
Een korte samenvatting van het bovenstaande:
1. Een persoon die zijn tegenstander negeert en het lukt om in een hoge energie status te blijven, is de perfecte dartspeler. Maar het lukt nooit helemaal om dit te bereiken.
2. Omdat vorig punt, weten we, het ook van toepassing is voor je tegenstander. Laten we dan proberen dit in ons voordeel te gebruiken tijdens de wedstrijd en je tegenstander zoveel mogelijk proberen te beïnvloeden ( natuurlijk binnen de regels van Fair Play ).
- Filosofische benaderingHet negeren van de tegenstander is hetzelfde als alleen spelen. Waarom zou ik dan meedoen aan een toernooi? Wat betekent winnen voor me(behalve voor het geld) ?
Zou ik toernooien gaan spleen, als ik ook plezier heb om alleen te spelen? Dit heeft niks te maken met het praktisch benaderen, maar als ik geen plezier heb speel ik niet goed – dat is wel een algemene regel in sport psychologie. Ik heb plezier wanneer ik een interessante wedstrijd speel, ik langzaam de spanning voel stijgen en deze spanning op een geweldige manier onder controle kan houden. Ik zal nooit hetzelfde plezier beleven, wanneer ik de standen of andere factoren negeer of uitsluit. Onthoud dat plezier maken niet alleen leuk is om, winnen is ook belangrijk! Natuurlijk de term “ plezier maken” niet betekend dat je de hele wedstrijd door moet juichen en schreeuwen, het is meer een lekker gevoel hebben, genieten en focussen.
Over bovenstaande heb ik nog wel wat discussies gehad met medespelers, dus ik ga zo nog wat dieper in op het onderwerp.
Deel 8: Een klein probleem
Een klein verhaaltje van mijn eigen wedstrijd die ik nooit meer zal vergeten. In 1992 speelde ik tegen een prof ( Rod Harrington WR nr 1 toen) in de kwartfinale van het Australia Open. In de eerste leg stond hij op een dubbel en was het mijn beurt voor 57. De eerste dart ( ik mikte echt op de grote 17) kwam in de grote 3. Oke oke, ik geef toe dat ik nerveus was. Nu moest ik 54 gooien en besloot te mikken op de 18, met de gedachte dat als ik de 4 zou raken, ik nog een exit had voor dubbele bull. Nu had de gemiste 17 mijn zelfvertrouwen dusdanig aangetast, en in zo’n situatie is de “exit” het meest voorkomende scenario, alleen maar omdat je daar aan dacht. En , BINGO, de 2e dartpijl landde rechtstreeks in de grote 4. Nu bullseye met de laatste pijl. De moeilijkste finish op het bord. Waar denk je dat de 3e pijl kwam? Precies in de midden…..!
Iedereen heeft zijn persoonlijke dart verhalen en dit was mijn favoriete. Het was overigens de enige leg die ik won in de partij, maar het was wel in stijl! En het leidt direct naar het bovenstaand onderwerp- waarom is het soms moeilijker om een groot getal te raken dat een dubbele bull?
Laten we de bovenstaande situatie eens analyseren: 57 met 3 dartpijlen- tegen een echte prof, is een finish die je MOET gooien. De vereist alleen maar dat je een singel 17 moet gooien, voor 2 darts op een finish. Zei ik niet “ vereist alleen maar” ? Een singel getal is een getal die een ervaren speler moet gooien. Deze “ moeten” situaties kunnen je enorm onder druk zetten. Je zal normaliter 95 % ( of hoger ) van je singels gooien, maar in deze situatie zal het moeilijk worden. Je weet dat het een groot vak is, dat het makkelijk is en je daarom niet zal missen, omdat je dat normaal niet of nauwelijks doet. Maar het is meer dan dat, laten we zeggen dat je op 96 punten staat en je een triple nodig hebt. Je weet dat het niet makkelijk is, je hebt een goede kans om hem te raken, maar je hoeft niet perse. Nu had ik die misser op de 17 en besloot om veilig te spelen op de 18. Opnieuw, een singel die ik miste. Nu de 3e dart op de dubbele bull. Opnieuw een finish die je MOET raken, maar wacht! Een pijl die je moet rake nom de leg te winnen, ja. Maar is het ook een MOETje? Nee, het is te moeilijk. Dat is het grote verschil. Deze finish is te moeilijk om te raken, maar makkelijker om hem mental te gooien, simple omdat, anders dan die single, iedereen ( dus ook jij ) het begrijpt dat je deze finish zou missen. Ik zou zweren dat, ondanks het een dubbele bull is ( en de moeilijkste dubbel), in deze situatie, met 2 voorgaande missers op een singel, ik nooit enige andere doelwit op het dartbord meer zou kunnen raken met mijn 3e dart.
Begrijp me niet verkeerd: ik adviseer niemand om te gaan voor de dubbele bull, omdat het mentaal makkelijker is. Nee, in deze situatie was het mentaal gewoon makkelijker, omdat de verwachting en de druk eraf was.
Wat ik probeer te vertellen is dat er een hoop druk staat op het gooien van voorbereidende singels, en dat er vele spelers juist hier falen. Daar waar ze dubbels en tripples op hun gemakkie gooien. Hoe kan dit nu juist gebeuren?
Ten 1e is er geen hulp of uitleg voor dit probleem, ook niet tijdens het oefenen op je singels of dubbels. Als je eenmaal de ervaring in het gooien van je scores ( je gemiddelde op 80-90% op je singels, tijdens oefensessies en wedstrijden), kun je op routine je spel uitspelen. Het probleem is puur psychologisch.
Ten 2e, welke strategieën zijn er om dit singel probleem op te lossen? 1 belangrijke tip, zoals een paar alinea’s terug, zijn verbeeldingstechnieken.
Probeer je situaties te verbeelden , waarin het missen van singels voorkomt. Dan probeer je je nerveusiteit onder controle te houden. Het missen van singles komt meestal voor door de spanning en druk. Dan , heel belangrijk, probeer je gedachten onder controle te houden. Probeer niet te denken aan het missen van singels ( als je eraan denkt, gebeurt dat ook).
Voor mezelf heb ik een mentale truck uitgevonden om niet te denken aan het missen van een singel. Hij is erg verrassend: wanneer ik gooi op een voorbereidende singel ( een singel om daarna een finish over te houden dus) , denk ik alleen maar aan de dubbel die ik daarna wil hebben met mijn volgende dartpijl. Dus wanneer ik bijv. 5 over heb, gooi ik 1, terwijl ik aan dubbel 2 denk. Singels hebben niet zoveel mentale aandacht nodig, omdat ze makkelijk zijn, dus dit is mijn persoonlijke strategie om het denken aan het missen te vermijden. Als ik niet aan de singel denk, denk ik simpel gezegd ook niet aan het missen van die singel.
Deze truck werkt bij mij prima, na die wedstrijd tegen die prof….
Deel 9: Blessure en darteritus in de dartsport
“Wat een onzin zeg”, hoor ik hier en daar brommen, “we hebben het over een pijltje gooien hoor”. “Lekker interessant hoor”. “Zwaar zeker die pijlen”. “Nou je intelligentie kan het zeker niet blesseren”. “Een verdraait polsgewricht van het bierhappen zeker”. “Oh kijk uit hoor, straks droogt je richtoog nog uit”. “Nou dat darten blessure gevoelig is weet ik niet, maar om die schrijver zou ik me meer zorgen maken”. Twee handen op een buik, en kantelen maar. Het is natuurlijk lachen geblazen om dit soort opmerkingen, en zo hoort het ook. Ik zeg altijd maar zo, zelfspot houd je scherp.
Seintjes.
Helaas kan ook het beoefenen van de dartsport blessuren opleveren als men niet naar het eigen lichaam luistert die vaak voorafgaande aan een blessure seintjes doorgeeft. Aangezien de dartsport bij zijn beoefening een vrij eenzijdige beweging vergt van de speler of speelster, kan het voorkomen dat hier een lichamelijk ongemak uit voortvloeit. De minst onschuldige is bij een beginnend darter de overstrekking van zijn arm aan de binnenkant van zijn elleboog. Gevolg is spierpijn die vanzelf weer wegtrekt na een dag of twee. Ter voorkoming is het verstandig om bij een eerste keer maar een half uurtje te gooien in plaats van bijv. drie uur achter elkaar. Om gewricht klachten aan enkel of knie te voorkomen, is de positie van de voet erg belangrijk. De positie van de voet van het standbeen, het been waarop word gesteund tijdens de worp, behoord met de neus van de schoen naar het dartbord gericht te zijn. De stand van de voet haaks op het dartbord kan funest zijn voor het enkel en kniegewricht. Hierbij word de enkel en de knie zodanig verdraaid dat spanningen in deze gewrichten teweeg kan brengen.Gevolg pijn. Het te ver overhangen naar het dartbord toe tijdens de worp kan een extra rugbelasting tot gevolg hebben eveneens met pijnlijke gevolgen. Het is dus van groot belang om een zo ontspannen mogelijke positie aan te nemen tijdens de worp, om blessures te voorkomen.
Darteritus.
Tot nu toe hebben we het alleen gehad over de lichamelijke blessures, toch lijkt het er op dat de geestelijke blessure een veel grotere impact heeft op het spel en zich soms ook langduriger manifesteert. In de dartwereld wordt hier de verzamelnaam darteritis voor gebruikt. Darteritus wordt opgeroepen door de speler zelf door zichzelf in te prenten dat hij/zij er niets meer van bakt. Na elke slechte worp wordt dit nog eens bevestigd door de speler zelf die hier niet echt vrolijk van word. Men ziet vaak dat een speler met darteritus de te werpen dart niet los kan laten, waardoor de dart onder in het bord belandt of deze zelfs in het geheel niet haalt. Het is voor de omstanders wel grappig om te zien hoe iemand wel vijf maal een werpbeweging maakt maar deze op moment suprème telkens afbreekt. Voor de speler zelf is dit natuurlijk een crime. Darteritus zit dus tussen de oren, omdat er met de motoriek van deze aan darteritus lijdende personen niets mankeert. In het verleden hebben zij een goede prestatie geleverd, en bereikte de darts het bord over het algemeen de plaatsen die op dat moment gewenst waren. Waarin ligt nu de oorzaak. Misschien ontstaat dit in een periode van wat tegenvallende prestatie, waardoor de speler geforceerd gaat werpen om even zo goed aan hetzelfde resultaat te komen. Het plezier in de darts neemt af door een niet aflatende ontevredenheid over zichzelf en het resultaat. Hierbij concentreert men zich telkens op hetgeen dat niet lukt waardoor de resultaten verslechteren. De cirkel is rond op het moment dat men niet meer weet wanneer de dart lost te laten bij een worp.
Hoe kom je er vanaf.
De herkenning zal bij sommigen onder u wel aanwezig zijn, belangrijker is om hier van af te komen. Allereerst beginnen we van kiet af aan. Dat wil zeggen dat we weer beginnen zoals we de eerste darts worpen zonder er iets van te verwachten. Het raken van het bord is al voldoende waardoor we na verloop van tijd de ons persoonlijke werptechniek weer opnieuw eigen maken. Hierna delen we het bord in vier gelijken delen, en kiezen telkens met drie darts het gedeelte waar we in gaan werpen. We focussen ons alleen op de darts die in deze zone te recht komen, en vergeten degene die het doel hebben gemist. Na verloop van tijd werpt het focussen op de darts die het doel getroffen hebben je weer het nodige zelfvertrouwen. Je gaat over op het bord in vijf gelijken delen te verdelen en herhaalt de bovenstaande volgorde, en blijf je alleen focussen op de dart die goed gaan. Dit beeld met het gevoel erbij haal je telkens terug voordat je aan de volgende serie te werpen darts begint.
Pas als dit allemaal volgens wens verloopt, forceer niets en neem telkens de tijd voor het installeren bij jezelf van de goede resultaten, ga je over tot gebruik van het bord zoals het is bedoeld met uitzondering van de trippels en de dubbels. Als alles weer toppie verloopt dan ga je weer over op het spel zoals je het hoort te spelen. Mocht het gevoel van ongenoegen gedeeltelijk terugkeren, val dan terug in de fase die voor jou op dat moment van toepassing is en neem jezelf niets kwalijk. Voor dat je het weet gooi je weer spanningsvrij je darts, met een goed gevoel waardoor de dartsport weer dat betekent voor jou waardoor je zoveel plezier aan deze sport beleeft. Dit laatste stijgt ten alle tijden uit boven het resultaat dat je werpt. Veel spelplezier en blessure vrije wedstrijden toegewenst.
![](http://rtvparkstad.nl/wp-content/uploads/2016/01/livestreamradio.png)
Ether: 105.7 & 107.0 FM - Kabel: 87.5 - Ziggo: 915 - Via de app.